Grote betrokkenheid jonge diaspora

AfghanistanDag 2012 | Sahar Jahish
De tweede editie van AfghanistanDag is wederom een succes. Op zaterdag 17 november vond dit jaarlijks terugkerend evenement plaats in het Conferentiehotel Kontakt der Kotinenten te Soesterberg.
Deze dag is georganiseerd door de Samenwerkingsverband Afghaanse Jongerenorganisaties (SAJO) dat bestaat uit ARIA Students, Mayhan Students, Stichting Keihan , Stichting Paymaan en Young Social Entrepreneurs for Afghanistan (YSEA) en COS Gelderland.
Onder leiding van de eloquente Qader Shafiq en de getalenteerde Mariam Popal wordt deze dag geopend. AfghanistanDag staat in het teken van vijftal workshops die verzorgd worden door de bovengenoemde organisaties. Er wordt gefocust op Afghanistan, internationale samenwerking en de participatie van jonge Afghanen in Nederland. Elk jaar krijgt een stichting de gelegenheid om haar project te tentoonspreiden. Dit jaar is dat Stichting Farda.
De aftrap wordt gegeven met de film Omed (Hoop) dat in opdracht van SAJO door COS Gelderland is gemaakt met steun van Oxfam Novib en Cordaid. In deze film wordt aan een aantal Afghaanse jongeren in Afghanistan naar hun toekomstperspectief gevraagd en wat de Afghaanse diaspora kunnen doen. Vervolgens komt professor Joseph Barjis, verbonden aan de TU Delft aan het woord. Hij legt uit dat er geen grenzen bestaan voor de menselijke ontwikkeling. “De enige barrière voor onze ontwikkeling wordt gecreëerd in ons hoofd. Dit moeten we zien te overwinnen om vervolgens onze handen ineen te slaan om iets te betekenen voor Afghanistan”, aldus de professor.
Maar welke partijen heb je nodig om iets te doen voor het vaderland? PhD Promovendus  Arash Kargar, eveneens verbonden aan de TU Delft verklaart vanuit zijn onderzoek dat de betrokkenheid van de Afghaanse diaspora groot is, maar dat ze bij het wederopbouwproces nog te onzichtbaar zijn voor de grote NGO’s. Omdat tachtig procent van de jongeren hoogopgeleid zijn, ligt er hier voor hen een grote rol weggelegd. “Deze jongeren zijn erg gemotiveerd om iets te doen voor Afghanistan. Om dit in goede banen te leiden is er een beleid nodig om ze te begeleiden”, sluit Arash af.
Nadat de sprekers aan bod zijn gekomen is het tijd voor de workshops. Elk organisatie heeft een eigen specialisatie op het gebied van Afghanistan. Geïnteresseerden hebben de mogelijkheid om een workshop naar keuze bij te wonen om nadere informatie te krijgen. Zo legt Stichting Farda uit hoe het watersysteem van de stad Kabul in elkaar zit en dat zij als doel hebben om deze miljoenenstad van schoon drinkwater te voorzien. Stichting Paymaan heeft zich ten doel gesteld om Afghaanse straatkinderen van onderwijs te voorzien om hun welzijn te verbeteren. Voor het luttele bedrag van 45 euro per maand is het mogelijk om een kind te adopteren en dat tot het achttiende jaar van financiële steun te voorzien. Stichting Keihan is van de weinige organisaties in Nederland die Afghaanse studenten uit Afghanistan naar Nederland haalt om ze hier een deel van hun opleiding te laten doen. Ook investeren zij in alternatieve onderwijsmethoden, zoals e-learning, om de kwaliteit van hoger onderwijs te verbeteren. YSEA heeft ambitieuze plannen om sociaal en duurzaam ondernemingschap in Afghanistan te introduceren. En ARIA Students kaart het probleem van alleenstaande minderjarige Afghaanse asielzoekers aan. Volgens Stichting NIDOS, die de opvang van deze jongeren verzorgt, is het van belang dat deze kinderen in een vertrouwde omgeving terecht komen waarbij gedeelde taal en cultuur voor stabiliteit zorgt.
De toeschouwers luisteren aandachtig naar de plannen en doelen van de organisaties. De bedoeling is om gezamenlijk met aanbevelingen te komen. Tijdens het plenair debat wordt dit besproken en aan het publiek worden een aantal stellingen voorgelegd om daar op te reageren. Een van de stellingen luidt: Afghaanse jongeren moeten zich meer richten op hun leven hier en niet hun tijd en energie steken in een land met een hopeloos perspectief. Een deel van het publiek is het hier resoluut niet mee eens. Leila Moallemzadeh is het hier deels mee eens. “Je moet eerst jezelf beter leren kennen en in jezelf investeren voordat je iets voor Afghanistan kunt doen.”
AfghanistanDag 2012 wordt afgesloten met de voorstelling van cabaretier Dara Faizi. Dit kleine schoffie komt flink tegen de schenen schoppen met zijn seksueel getinte grappen. Sommige schateren, anderen lachen als een boer met kiespijn. “Ik voel heel veel liefde in de zaal. Bovendien juich ik het initiatief erg toe. Het is mooi om te zien dat de organisaties de krachten bundelen en dat er een cohesie is binnen de gemeenschap.”
Voor volgend jaar staat AfghanistanDag weer gepland. “Deze dag is niet alleen een ontmoetingsdag, maar ook een inspiratiedag”, aldus Qader Shafiq.
[fbalbum url=https://www.facebook.com/media/set/?set=a.449844608385639.93198.166507483386021&type=3]

Grote betrokkenheid jonge diaspora
Schuiven naar boven